Mitchell de Wildt
Mitchell is in september 2021 bij Klimaatgarant in dienst gekomen. “Hiervoor heb ik enkele jaren als BIM Modelleur bij een adviesbureau gewerkt”, vertelt hij. “Bijna twee jaar lang werd ik ingehuurd door Klimaatgarant, om op projectbasis de engineering, het tekenwerk en het documentenbeheer voor met name de Warmte Koude Opslag- (WKO-) en PV-systemen te verzorgen. Inclusief bijbehorende berekeningen. De samenwerking verliep top en ik was echt onderdeel van de organisatie. Daarom heb ik na de inhuurperiode besloten om hier te blijven.”
“In het verleden was ik heel breed georiënteerd”, vertelt Mitchell. “Ik hield me bezig met water, ventilatie, verwarming en koeling en kreeg van alle technieken weliswaar iets mee, maar ging nooit écht de diepte in. Bij Klimaatgarant is dat anders en krijg ik de kans om me te specialiseren. Binnen mijn afdeling en voor alle tekenaars/modelleurs ben ik inmiddels de vraagbaak op het gebied van WKO-installaties. Als BIM Coördinator zorg ik er bovendien voor dat protocollen en standaarden goed gedefinieerd en nageleefd worden. Ik stuur de tekenaars aan en zorg voor een juiste ondersteuning en een gezonde werkflow. Ook probeer ik 1 op 1 of in groepsverband hun kennis te verbreden en verdiepen en bied ik waar nodig een luisterend oor.”
“Climate for life is een pionier in duurzaamheid”, aldus Mitchell. “Ik ben heel trots dat ik hieraan mag bijdragen. Naast WKO-systemen, probeer ik me ook de PV-techniek steeds meer eigen te maken. Binnen de organisatie krijg ik hier alle ruimte voor. Er is heel veel aandacht voor persoonlijke groei. Bovendien krijg ik de kans om mooie projecten te maken.” Als voorbeeld noemt hij het Sluishuis, dat onder meer bekroond is tot ‘woongebouw van het jaar 2022’ en MIPIM ‘Best Residential Project’. “Voor dit project hebben wij de technische WKO-ruimte mogen realiseren. Ook hebben wij 1.135 PV-panelen geïnstalleerd op een op maat gemaakte verhoogde constructie, evenals 324 panelen op een drijvend eiland. En zo zijn er nog tal van mooie projectvoorbeelden te noemen…”